1.1. Kun jij leerdoelen benoemen voor jouw eigen ontwikkeling?(leerdoel = wat je wilt leren) Zo ja, geef een paar voorbeelden van jouw leerdoelen. Zo nee, geef aan wat je moeilijk vindt. Mijn leerdoel is om mezelf grammaticaal te verbeteren en een hogere woordenschat te creëren. Wat ik ook wil leren is om goed te presenteren en een duidelijke uitleg kunnen geven over bepaalde onderwerpen.
1.2. Kun jij geschikte manieren vinden om te leren? Maakt het daarbij uit wat je moet leren of hoeveel? Zo ja, geef een paar voorbeelden waaruit blijkt dat je dat kunt. Zo nee, geef aan wat je moeilijk vindt. Mijn doel is om vaker nieuwsberichten te herschrijven om mijn woordenschat te verbeteren en creatief na te denken. Ik ga ook proberen om vaker een krant te lezen in plaats van nieuwsberichten via internet. Ik leer vooral vanuit doen en minder vanuit informatie en boeken.
1.3. Ben jij in staat om je eigen leerproces te plannen? (plannen, uitvoeren, evalueren, bijstellen) Zo ja,geef een paar voorbeelden waaruit blijkt dat je dat kunt. Zo nee, geef aan wat je moeilijk vindt. Ik kan daar toe in staat zijn, maar als ik bijvoorbeeld tegen mezelf zeg “Ik ga vanaf nu elke dag de krant lezen” dan houd ik mezelf er niet aan. Dan lees ik 2 dagen achter elkaar de krant en daarna stop ik er weer mee. Mijn doel voor deze periode en de komende jaren is om mezelf aan zulke “afspraken” te houden.
1.4. Weet jij welke kwaliteiten en mogelijkheden jij hebt? Kun je aangeven welke kwaliteiten en mogelijkheden passen bij het beroep waar je nu voor leert? Welke zijn minder nodig of zelfs onhandig? Ik kan denken in creatieve oplossingen en ik ben in staat om gelijk met opdrachten aan de slag te gaan. Als ik een opdracht krijg op school of via mijn werk, dan doe ik de opdracht het liefst meteen. Heel veel opdrachten op school vind ik hartstikke leuk om te doen en het is natuurlijk ook fijn als je een opdracht meteen af hebt. Op deze manier hoef je er niet meer over na te denken en kun je het in je hoofd “afstrepen”. Deze kwaliteit past bij het beroep waarvoor ik leer, omdat een mediaredacteur ook wel eens voor een deadline staat en dan moet je zorgen dat je een opdracht op tijd af hebt.
Een andere eigenschap van mij is dat ik erg chaotisch kan zijn. Ik ben soms met verschillende dingen tegelijk bezig en ik wil alles tegelijk doen. Dit kan onhandig zijn voor het werkveld, omdat je resultaten daar onder kunnen lijden. Een waarde die ik heel erg belangrijk vind is dat mensen eerlijk zijn tegen elkaar. Ik vind het erger als je tegen mij liegt, dan dat je iets moet vertellen wat in mijn nadeel of in jouw nadeel is. Als ik iets niet begrijp tijdens de opleiding of moeite heb met bepaalde onderwerpen, dan kan ik bij mijn leraren en/of coaches terecht.
1.5. Heb je een beeld van de banen waar jij straks op kunt solliciteren? Noem er een paar, als dat lukt. Weet je welke vervolgopleidingen je kunt doen na deze opleiding? Welke contacten (met personen, bedrijven en instellingen) heb je in de branche waar je nu voor leert? Ik zou na deze opleiding kunnen solliciteren bij de redactie van een tijdschrift, dat lijkt mij hartstikke gaaf. Je bent steeds met een bepaalde doelgroep bezig en daar pas je je artikelen op aan. Voor een televisie programma of voor een online website werken spreekt mij ook aan. Ik vind het wel lastig om hier nu al over te praten, omdat ik eigenlijk nog niet weet wat het best bij mij aansluit als persoon. Als vervolg opleiding zou ik een HBO opleiding journalistiek kunnen doen op Windesheim, maar ik weet niet of ik het in me heb om HBO te studeren. Er is ook geen zekerheid dat je meer kans hebt op een baan met een HBO papiertje. Een vriend van mijn vader werkt bij een krant, dus met hem kan ik af en toe over het werkveld praten, dat vind ik altijd erg interessant. En verder mijn leraren Annelies & Pieter komen uit het werkveld en daar heb ik contact mee op school. Helaas heb ik niet meer contacten in dit werkveld. Maar daar gaat in de toekomst verandering in komen.