2.1. Een politiek besluit kan gaan over een onderwerp dat voor jou belangrijk is, bijvoorbeeld over studiefinanciering of het bouwen van een pretpark. Kun je andere voorbeelden noemen? Laatst heeft het kabinet besloten dat de er 6 miljoen euro word besteed aan les over gezond voedsel.
Standpunt: Er word weinig gezond gegeten door met name kleine kinderen. Ouders leren niet meer aan hun kinderen, dat ze gezond moeten eten. Er moet toch wat gebeuren om kinderen gezond te laten eten, dus word er nu geld vrij gemaakt voor extra lessen over gezond voedsel aan kinderen. Mening: Ik vind dat het de taak van ouders is om te zorgen dat kinderen gezond eten. Het is onnodig om hier zoveel geld aan uit te geven.
2.2. Welke waarden of idealen zijn volgens jou voor bijna iedereen in onze samenleving belangrijk? Welke daarvan vind jij heel belangrijk?
Vrijheid, respect, gelijkheid. Ik vind respect heel erg belangrijk, omdat iedereen is zoals die is en je mensen in hun waarde moet laten. Als iedereen elkaar zou respecteren zou er veel minder trammelant in onze samenleving zijn. Gelijkheid sluit hier goed bij aan, want iedereen is in mijn ogen gelijk. Het maak niet uit of je donker, wit, dik, dun bent. Iedereen heeft recht op leven en geluk.
Weet jij hoe je een keuze maakt als je moet bedenken wat goed is om te doen of te zeggen en wat slecht is?(=waardendilemma)
Ik vind het nooit lastig om voor mijn mening of ideaal op te komen. Ik werk bij de Albert Heijn achter de kassa en daar mag je nooit water bij de kassa, zelfs niet met 40 graden. Ze hebben daar zo hun redenen voor, bijvoorbeeld dat het water in de kassa zou kunnen komen of dat het niet netjes is tegenover de klant. Persoonlijk vind ik deze 2 redenen dikke onzin, want een klant begrijpt ook wel dat het menselijk is om na 3,5 uur kassa even wat te drinken. Bovendien zijn we ook geen kleuters, dus als het aan mij ligt komt er geen water in de kassa. Je zou als vervanging van een bekertje een bidon kunnen gebruiken, omdat er dan nog minder kans bestaat dat er water in de kassa terecht komt. Ik heb dit aangegeven aan mijn teamleider, alleen ze willen het niet veranderen en doen ook alsof ze mijn standpunt (en van vele andere caissières) niet begrijpen.
2.3.Wat weet jij al over de volgende onderwerpen:
a. de kenmerken en het functioneren van een parlementaire democratie:
De kenmerken van een parlementaire democratie is dat je recht hebt op vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging, persvrijheid en onafhankelijke rechtspraak. Een kenmerk van een parlementaire democratie is bijvoorbeeld dat je vanaf je 18e recht hebt om te stemmen en verkozen te worden.
b. de rechtsstaat en het rechtssysteem:
Bij een rechtsstaat moeten overheid en burgers zich aan de wet houden. In een rechtsstaat zijn gelijke rechten en bescherming erg belangrijk. In het rechtssysteem staan alle regels en wetten die je niet mag overtreden. Bijvoorbeeld het strafrecht. In het strafrecht staan de regels waar alle burgers zich aan moeten houden. Als iemand een strafbaar feit pleegt moet hij/zij met toestemming van het openbaar ministerie voor de rechter verschijnen.
c. de rol van de overheid: De overheid heeft heel veel verschillende rollen. Als ik het mag samenvatten zorgt de overheid ervoor dat er geen chaos in de samenleving ontstaat. Ze zorgen voor scholing, opvang, ouderenzorg, gelijke rechten, veiligheid en nog veel meer.
d. de belangrijkste politieke stromingen en wat zij in de samenleving willen bereiken: Het liberalisme, sociaaldemocratie, christendemocratie. Het liberalisme is een rechtse politieke stroming, want ze leggen de verantwoordelijkheid bij jezelf. Jij moet zorgen voor je geld, voor je huis, voor je eten. Dit is niet de verantwoordelijkheid van de overheid. Bij het socialisme willen ze dat iedereen gelijk is en iedereen recht heeft op hetzelfde inkomen/zorg. De democraten zitten tussen de liberalen en de socialisten in.
e. de rol en de invloed op de politieke besluitvorming van belangengroeperingen en maatschappelijke organisaties: Als je een belang hebt moet je zorgen dat het maatschappelijke belang word uitgevoerd. Het moet in de politieke agenda besproken worden en het word besproken in de tweede kamer. Kamerleden gaan er over discussiëren. Als het plan goed gekeurd word door de eerste en tweede kamer word het gepubliceerd in het staatsblad. Als een maatschappelijke organisatie een probleem aankaart in onze samenleving waar veel mensen niet om heen kunnen, dan word het sneller opgepakt door de politieke partijen om het er over te gaan hebben.
f. de invloed van de Europese Unie op het Nederlandse overheidsbeleid en de Nederlandse samenleving: Er is vrij verkeer van goederen en personen, dus wij als Nederlanders kunnen op elke plek in de EU gaan werken en bedrijven kunnen hun goederen importeren en exporteren naar elk land in de EU. We hebben allemaal dezelfde waarden en alle landen uit de EU zijn voor een democratische samenleving, dat zorgt ervoor dat we goed kunnen samenwerken.
h. de rol en de invloed van de (massa)media: Massamedia is een middel om veel mensen te bereiken. Het heeft een hele grote rol in onze maatschappij, want mensen verschuilen zich steeds meer achter hun sociale media. Tv is ook massa media, dus dankzij de televisie weten wij elke dag wat er in Syrië gebeurd. Via kranten, radio, televisie, internet komen wij zo veel te weten over de wereld en over elkaar. Maar door de massamedia is er ook veel veranderd in de maatschappij. Mensen schelden elkaar heel makkelijk uit via social media en er word respectloos met elkaar omgegaan. In pauzes zie je iedereen op de telefoon en zelfs op feestjes is niemand van de telefoon af te slaan.